Als we worden geboren, hebben we nog geen ego. Als zodanig gedragen we ons als de kinderen die we zijn, en een kind wil almachtig zijn, 100% plezier en gelukzaligheid zoeken, en het weet nog niets van frustratie en gebrek aan vervulling. Op weg naar opgroeien moet iemand dus leren hoe hij het kan doen met beperkt plezier, want dat is de deal hier in deze dualistische dimensie. Dit moeten we doen voordat we ons kunnen realiseren dat, ja, totaal plezier onze ultieme stop zal zijn. Maar we zijn er nog niet.

Dus als je minder accepteert, accepteer je het leven hier op planeet Aarde. We moeten wakker worden voor de waarheid dat onze enige optie hier op de Good Ship Lollipop is om onze kinderlijke ambitie voor superperfectie, superkracht en superplezier los te laten. Als ons ego dan na verloop van tijd sterk genoeg wordt, kunnen we het ego ook loslaten.

Maar als we er niet in slagen een sterk ego te ontwikkelen - een die sterk genoeg is om het met minder te doen - zullen we uiteindelijk onze zwakheid compenseren door altijd meer, meer, meer te willen, wat ons nog zwakker zal maken. Dit volgt in dezelfde richting als de wet die zegt dat wanneer we het leven vanuit overvloed benaderen, we meer overvloed produceren; als we uit een plaats van armoede komen, creëren we uiteindelijk meer behoefte en meer armoede.

Verder, als we met een zwak ego leven, missen we het uiterlijke vermogen om te doen waar het ego goed voor is, inclusief denken, beslissen, onderscheiden en op een gepaste manier handelen. Als ons ego gezond is, hebben we een liefdevolle, vertrouwende houding en zijn we oprecht genereus en open, assertief en realistisch. Als we tegen de kern van deze houding ingaan, koesteren we haat en afscheiding; we zijn zwak en wantrouwend en doen dingen die tegen ons eigen belang ingaan; we zijn opgehangen in illusie. Kort samengevat, als we met een ongezond ego werken, gaan we in de tegenovergestelde richting van de wettigheid van het goddelijke dat in ons leeft.

En dit beantwoordt de vraag waarom het ongezonde ego zo hard werkt om de touwtjes in handen te houden. Want het ego kan niet loslaten en in overeenstemming komen met het diepere ware zelf, zolang het ego nog steeds vasthoudt aan houdingen die niet verenigbaar zijn met de waarheid van goddelijke wetten. Kortom, als we verlevendigd willen worden door ons innerlijk en onze goddelijke aard willen uitdrukken, moeten we er één mee worden. Onze uiterlijke persoonlijkheid moet zich dus verenigbaar maken met zijn wetten en zijn manier van zijn.

De spirituele wet achter dit alles vereist dat we risico's nemen en leren vertrouwen in het universum, zodat we kunnen opereren vanuit een positie van kracht en overvloed, niet vanuit zwakheid, behoeftigheid en armoede. Om dit te doen, moeten we paradoxaal genoeg gaan beseffen dat we net zo blij kunnen zijn met minder. Dit is waar we moeten landen voordat we klaar kunnen worden om dit niveau te verlaten op zoek naar een nog hogere staat. Dit is de weg voorwaarts als we willen voorkomen dat we het ongelukkige leven leiden van een kleinzielige ego-gebonden geest.

Spirituele wetten: harde en snelle logica om vooruit te komen

Volgende Hoofdstuk
Keer terug naar Geestelijke wetten Inhoud